Tafelmanieren
In een groot handschrift uit de veertiende eeuw, met teksten van allerlei soort, is ook een middeleeuws Hoe hoort het eigenlijk? te vinden. Uit deze tekst een aantal adviezen inzake goede tafelmanieren.
Gelezen door Louise Fresco
‘Hebstu spijse in dinen mont,
Van drinckene wachti in dier stont.
In nappen men te soppene pliet,
Maer in den mont ne pleechtmens niet.’
‘Soppende in den mont es van zeden mist
Ende ezel oec die int water pist.
Lechstu ter tafle tghebetene broet,
Du does di selven scande groet.’
‘Ne bijt niet tmorseel dattu wilt legghen
Int plateel, ic moet di segghen.
Metten scoelakene verbiedic di
Dinen neuse te vaghene, sonder zij.’
‘Met dinen cleede et es onneere
Ne droeghe dine hande nemmeere.
Tande noch loepende oghen
Metten scoelakene ne wilt niet droghen.’
‘Ghewerdicht di yemant den nap te ghevene,
Den nap met eenen bliden levene
Ontfanc, ende drinc hoofschlike,
Ende gheffene weder vroelike.’
‘Maer bestu van goede cleene,
So sturt uut den nap al reene
Ende ganckene spoelen rasschlike,
Ende brinctene weder lichtelike.’
‘Ne stec dine hande niet in de spijse
Als een meerder man prise
Met di eet ende drincken wille,
Maer hout hem tscoenlaken stille.’
‘In de spijse ne wilt niet blasen,
Noch in den dranck; het pleghen dwasen.
Wachti van beeden, datture niet
In blaest daert yemant goeders siet.’
‘Wanneer je voedsel in je mond hebt,
moet je even wachten met drinken.
In drinkbekers kun je soppen,
maar niet in je mond.’
‘Soppen in de mond is zeer ongemanierd,
als een ezel die in het water pist.
En als je een afgebeten stuk brood op tafel legt,
dan doe je jezelf grote schande aan.’
‘Bijt niet in een stuk voedsel dat je daarna
op de schaal wilt leggen, dat moet ik je nog zeggen.
En ik verbied je om aan het tafellaken
je neus af te vegen, absoluut!’
‘Het is ook een schande om aan je kleding
je handen af te drogen.
Tanden noch lopende ogen
mag je met het tafellaken afvegen.’
‘Wanneer iemand zo hoofs is je de drinkbeker aan te geven,
neem die beker dan met een vriendelijk gezicht
in ontvangst, drink op hoofse wijze,
en wees dan zo wijs om hem weer terug te geven.’
‘Maar wanneer je de mindere van zo iemand bent,
maak de beker dan helemaal leeg,
ga hem daarna snel omspoelen
en breng hem vervolgens eenvoudigweg terug.’
‘Steek je handen niet in het voedsel
wanneer een prijzenswaardig man
met jou wil eten en drinken,
maar houd zijn tafellaken schoon.’
‘Blaas niet in voedsel en
ook niet in drinken: dat doen alleen sufferds.
Doe het geen van beide, blaas er niet in
als een fatsoenlijk mens het kan zien.’