De vos en de raaf
De curieuze anekdote over vos, raaf en een stuk kaas is nog altijd een van de bekendste fabels. De dertiende-eeuwse Nederlandse Esopet berijmde hem al, naast andere.
Gelezen door Frits van Oostrom
Op een boem sat tere stont
Een roec ende hadde in sinen mont
Een case. Dit sach Reinaert
Ende sprac aldus ten roeke waert:
‘Dine vederen sijn soe scone!
Du mochts boven allen voglen crone
Draghen, hadstu claren sanc.’
‘Bi Gode ja ic!’ seidi, ‘goddanc.’
Doen toendi aldaer sijn luut.
Hi gapede ende die case viel uut.
Den case greep die vos Reinaert
Ende liep te sinen hole waert.
Dus sijnre vele te scherne ghedreven
Bi prise die si hem horen gheven.
In een boom zat op zekere dag
een raaf en die had in zijn snavel
een stuk kaas. Dit zag Reinaert de vos
en die zei tot de raaf:
‘Wat heb jij een prachtige veren!
Je zou de kroon spannen boven alle andere
vogels, als je ook zo mooi kon zingen.’
‘Bij God, dat kan ik!’ zei de raaf, ‘goddank.’
En toen liet hij zijn stem horen.
Hij opende zijn snavel en de kaas viel eruit.
Vos Reinaert greep de kaas
en liep ermee naar zijn hol.
Zo is al menigeen voor de gek gehouden
door lof die hem werd toegezwaaid.