Maastricht

Maastricht In zijn legende over Sint Servaas beschrijft Veldeke de ligging van Maastricht.

Gelezen door Joep Leerssen
[…] te Triecht,
In eynen dall scoen ende liecht,
Effen ende wael ghedaen
Daer twee water tsamen gaen,
Eyn groot ende eyn cleyne,
Claer, schoen ende reyne:
Dats die Jeker ende die Mase.
Beide te korne ende te grase
Es die stadt wale gheleghen
Ende te schepen in vele weghen,
In visschen ende in ghewilden
Ende in goeden ghevylden
Der bester coren eerden
Die ye mochte gheweerden.
Des steyt die stat te maten
Aen eynre ghemeynre straten
Van Inghelant in Ongheren
Voer Colne ende voer Tongheren
Ende alsoe dies ghelijck
Van Sassen in Vranckrijck,
Ende mit scepe die des pleghen
Te Denemerken ende te Norweghen.
Die weghe versamenen sich all dae.
Des is die stadt daernae
Gheheiten Trajectum.
… naar Maastricht,
in een schitterend,
ruim en vlak dal
waar twee mooie, heldere
rivieren samenvloeien,
een grote en een kleine:
de Jeker en de Maas.
Zowel voor het verbouwen van koren als voor grasland
is het een uitstekende plaats,
er zijn prima waterwegen,
vis en wild tieren
er welig
en op de velden groeit graan
van de hoogste kwaliteit.
Bovendien is de stad gunstig gelegen,
aan de doorgangsweg
van Engeland naar Hongarije,
van Keulen naar Tongeren
en ook
van Saksen naar Frankrijk.
Schepen varen vandaar naar
Denemarken en Noorwegen.
Al die wegen komen daar bijeen
en daarom wordt de stad
Trajectum genoemd.