Wijn kopen en de maaltijd bereiden

Wijn kopen en de maaltijd bereiden Het veertiende-eeuwse Bouc vanden ambachten / Livre des mestiers is een soort gespreksboekje voor het leren van Vlaams en Frans. Vgl. de moderne ‘Wat zeg ik en hoe zeg ik het in het …?’

Gelezen door Veerle Fraeters en Frank Willaert
‘Waer vercoop men den besten wijn vander stede? Segghet ons, ic bid’s u.’

‘Den besten vercoop men in de Vlamincstrate, want ic heb’t gheprouft. Ende es van eenen vullen vate ghesteken te vive inghelschen, in de eerste taveerne die ghi vindt.’

‘Ganc’s halen onderhalven stoop, ende doedu wel meten. Zo sullen wi drinken eenen tueghe, ende wi sullen senden omme pentsen. So sullen wi drinken bec jeghen bec.
Legh de tafle, wasch de glasen, spoel den nap, recht t’etene, snijd broet. Maect ons looc, maect ons eene soppe. Zo sullen wi supen, ende wi sullen ’t hebben al den dach te wermere.
Scinct vanden wine, ende ghef ons drinken.’

‘Ic en sal; ic pelle looc. Gaet eerst dwaen. Ghi sult drinken al te tijd.’
‘Waar verkoopt men de beste wijn van de stad? Zeg het ons, alstublieft.’

‘De beste wijn verkoopt men in de Vlamingstraat, want die heb ik geproefd. Hij wordt getapt uit een vol vat, voor vijf ‘engelsen’ [muntsoort], in de eerste herberg die je tegenkomt.’

‘Ga maar anderhalve stoop voor ons halen, en zorg ervoor dat ze goed afmeten. Dan zullen we eens een slokje nemen, en pens erbij laten halen. Dan drinken we gezellig samen.
Maak de tafel klaar, was de glazen, spoel de nap om, maak het eten klaar, snijd het brood. Schil knoflook en maak soep voor ons. Dan kunnen we die eten en dan hebben we het de rest van de dag lekker warm.
Schenk wijn in, en geef ons te drinken.’

‘Nee, nog niet; ik sta knoflook te pellen. Ga eerst je handen maar wassen. Je krijgt zometeen te drinken.’