Aloeëtte

Aloeëtte Natuurlyriek is veelal liefdeslyriek en andersom. Een prachtig voorbeeld uit het Gruuthuse-handschrift is Aloeëtte, het lied over de leeuwerik. (In deze opname begint het lied met een lang instrumentaal voorspel.)

Uitgevoerd door Camerata Trajectina

Aloeette, voghel clein,
Dijn nature es zoet ende rein,
So es dijn edel zanc.
Daer dienstu met den here allein
Te love om sinen danc.

Daer omme ben ic met di ghemein;
Ander voghel willic ghein
Dan di, mijn leven lanc.

Aloeette, voghel clein,
Dijn nature es zoet ende rein,
So es dijn edel zanc.

Nider boos, onreine vilein,
De rouc die es wel dijn compein,
Neemt dien in u bedwanc!
Laet minlic hertzen sijn bi eyn
Sonder loos bevanc.

Aloeette, voghel clein,
Dijn name es zoet ende rein;
So es dijn edel zanc.
Daer dienstu met den here allein
Te love om sinen danc.

Leeuwerik, kleine vogel,
van nature ben je zoet en zuiver,
net zoals je edele zang.
Daarmee dien je God de Heer alleen
Om Hem te loven en te danken.

Daarom verenig ik me met jou;
ik wil geen andere vogel
dan jou alleen, mijn leven lang.

Leeuwerik, kleine vogel,
van nature ben je zoet en zuiver,
net zoals je edele zang.

Valse kwaadspreker, lelijke schurk,
voor jou is de kraai een geschikte metgezel,
neem die maar gevangen!
En laat minnende harten bijeen zijn
in alle oprechtheid.

Leeuwerik, kleine vogel.
van naam ben je zoet en zuiver,
net zoals je edele zang.
Daarmee dien je God de Heer alleen
Om Hem te loven en te danken.